Waar plaats ik de vinnen?
Klaar om te trainen met je MOBO? Zo simpel als 1, 2, 3. Of je nu een beginner bent of een ervaren sporter, we willen dat je alles uit je training haalt.
Zet je vinnen op de juiste plek
De positie van je vinnen bepaalt welke spieren je activeert en welke vaardigheden je traint. Je MOBO heeft vier vinboxen of sleuven, genummerd 1, 2, 3 en 4. De plaatsing van de vinnen beïnvloedt hoe je lichaam beweegt en reageert tijdens het trainen.
In onze video’s geven we bij elke oefening aan welke vinposities je het best kunt gebruiken, maar je mag dit altijd aanpassen aan je eigen behoeften. De MOBO is bewust eenvoudig genummerd: als we zeggen even vinposities op de rechtervoet, dan bedoelen we dezelfde kanteling als even vinposities op de linkervoet. Je hoeft dus niet te puzzelen!
EVEN SLEUVEN = trainen de spieren in je voeten
ONEVEN SLEUVEN = richten zich op de spieren aan de buitenzijde van je scheenbeen (die je grote teen naar beneden trekken)
VOORSTE SLEUVEN = leggen de focus op je kuitspieren
BUITENSTE SLEUVEN = activeren de voetspieren en corrigeren de neiging tot enkelverzwikking
ACHTERSTE SLEUVEN = integreren de voet met de knie in squatbewegingen
Plaats je voet correct
De structuur van het bord is ontworpen om je zintuiglijke feedback te geven voor betere controle. Train blootvoets voor het beste contact tussen je lichaam en het bord.
Plaats je voet zo dat je grote teen goed wordt ondersteund en je kleine tenen vrij zweven in de uitsparing. Laat je tenen ontspannen en lang er is geen reden om je MOBO vast te grijpen. Gebruik het bord op een harde ondergrond (zoals hout of laminaat) zodat de vinnen vrij kunnen kantelen. Is dit te lastig? Begin dan op tapijt of een zachte mat, zodat de kanteling langzamer en stabieler verloopt.
GA ROCKEN.
Zoals een goed muziekfestival voorbereiding vereist, geldt dat ook voor je MOBO-training. Het belangrijkste is dat je je voeten gaat voelen en leert hoe je strategie opbouwt.
Balans- en proprioceptietraining werkt het best in korte, regelmatige sessies. Begin de eerste 2–6 weken met dagelijks 8–15 minuten. Focus op vloeiende, gecontroleerde bewegingen zonder te compenseren met armen of heupen.En onthoud: je traint nooit steeds hetzelfde. Ook je voetcontrole op de MOBO wil je stap voor stap uitbreiden. Zodra je de 6-pack onder de knie hebt, ga je je voeten koppelen aan je knieën, heupen en core.
Let’s move better van de grond af aan!
Gelijke Sleuven
De meeste oefeningen op je MOBO worden gedaan met de vinnen in de gelijke sleuven, 2+4. Het board kantelt in de lijn van de manier waarop je voet pronatie en supinatie uitvoert, en activeert de spieren in je voetholte om je grote teen in de grond te duwen voor ondersteuning. Extra voordeel is dat het ook de externe rotatiespieren in de heupen activeert. Controle opbouwen in deze "spiraal" van de grote teen tot aan de buitenste heup is essentieel om je techniek en vorm te verbeteren in sport en dagelijkse activiteiten. Tenzij anders vermeld, is dit de standaardpositie.
Ongelijke Sleuven
Als je de vinnen plaatst in sleuven 1+3, werk je haaks op de as van pronatie en supinatie. Dit activeert de spieren aan de buitenkant van het onderbeen (peroneusspieren), die de bal van je grote teen naar beneden verankeren. Wil je specifiek deze spieren trainen, dan gebruik je de onregelmatige sleuven.
Buitenkant Sleuven
Vinnen in sleuven 3+4 kantelen het board zodat de buitenkant van je voet hoger ligt dan de binnenkant. Het board kantelt niet, maar deze positie helpt mensen die vaak hun enkel verzwikken. Door tijd te spenderen in deze stand train je de hersenen om een veiliger enkelpositie (eversie) aan te nemen.
Voorste Sleuven
Vinnen in sleuven 1+4 maken van je MOBO een schuine plank voor kuitheffingen. Groot voordeel van de MOBO is de teenbox, die spieractivatie in de voet stimuleert tijdens de oefening. Dit zorgt voor meer controle en duurzaamheid.
Achterste Sleuven
Vinnen in sleuven 2+3 maken ook een schuine plank, maar dan met een helling naar beneden. Ideaal voor de Step Down-oefening, waarbij je kniecomplex goed wordt belast. De teenbox helpt om je lichaam recht te houden tijdens de beweging.
De Geschiedenis van MOBO
MOBO werd opgericht door Jay Dicharry, die het grootste deel van zijn tijd besteedt aan onderzoek naar en het toepassen van methoden om de blessurebestendigheid bij atleten te verbeteren, en het realiseren van kleine, maar waardevolle prestatieverbeteringen bij topsporters. Tijdens dit werk ontdekte Jay een terugkerend probleem: atleten trainen hun voeten niet zoals ze de rest van hun lichaam trainen. Deze blinde vlek zorgt ervoor dat ze prestaties laten liggen en belangrijke onderdelen van hun voorbereiding missen.
In de loop der jaren ontwikkelde Jay innovatieve technieken om de voetfunctie te herstellen. Maar al deze methodes vereisten intensieve één-op-één begeleiding, en er bestonden simpelweg geen tools op de markt die een opbouw van basis naar sportspecifiek mogelijk maakten.
Zoals altijd nam Jay daar geen genoegen mee — en zo ontstond MOBO! Hij begon met schetsen, kocht een CNC-machine om prototypes te maken, ontving twee patenten, regelde de productie en bracht met trots dit mobiliteitsbordonder de naam MOBO op de markt.
Zijn persoonlijke missie luidt:
“If you are going to compete, show up ready”
(Als je meedoet aan de competitie, zorg dan dat je er klaar voor bent).
Jay gelooft dat elke atleet de kans verdient om het beste uit zichzelf te halen — vanaf de basis.
Met MOBO wil Jay meer atleten helpen zich voor te bereiden op de specifieke eisen van hun sport en training.
Over Jay Dicharry
Jay is fysiotherapeut, docent, biomechanisch onderzoeker en auteur uit Bend, Oregon (VS). Hij bouwde zijn internationale reputatie op als expert in biomechanische analyse, onder andere als directeur van de SPEED Clinic aan de University of Virginia en later van een onafhankelijk lab in Oregon. Jay vervaagt de grenzen tussen klinische praktijk, coaching en engineering om blessures op te lossen én prestaties te optimaliseren. Hij schreef letterlijk het boek over loopanalyse:
Daarnaast schrijft hij voor diverse tijdschriften en publiceerde meer dan 35 wetenschappelijke artikelen en boekhoofdstukken. Zijn onderzoek en praktijkervaring hebben geleid tot meerdere samenwerkingen met o.a. schoenmerken, de wielerindustrie, de Amerikaanse luchtmacht, USA Track & Field en USA Triathlon. Zijn gepatenteerde ontwerp om de functie van voet en onderbeen te verbeteren, vormde de basis voor zijn start-up MOBO.
Jay gaf les in sportgeneeskunde aan de University of Virginia en OSU-Cascades, heeft een sterke focus op patiënteneducatie en geeft nog steeds les aan therapeuten, artsen, studenten en coaches om de zorg voor duursporters wereldwijd naar een hoger niveau te tillen.
Zijn expertise in blessurepreventie, revalidatie en performance training wordt wereldwijd gezocht – en de resultaten van zijn atleten spreken voor zich.
